Onderbouwing-Darthuizerpoort e.o.

bijgewerkt 10-06-2020

bron: © bureau's

Darthuizerpoort

Iets ten westen van Leersum getuigt een smeltwaterdal dwars door de Utrechtse Heuvelrug van een grote doorbraak van smeltwater in de Saale-IJstijd. Ook los van dit dal heeft die doorbraak veel invloed gehad op het landschap. Er ontstond een waaiervormig terras met smeltwaterafzettingen waarop veel later de buurtschap Darthuizen en het fraaie landgoed Broekhuizen zouden ontstaan.

Landschappelijke ontwikkeling

Geologie: De Darthuizerpoort is een honderden meters breed ijssmeltwaterdal tussen de noordwestelijke Darthuizerberg en de zuidoostelijke Donderberg in. Deze twee heuvels maken deel uit van de door gletsjerbewegingen opgestuwde Utrechtse Heuvelrug (stuwwal) uit de voorlaatste ijstijd (Saale-ijstijd). Aan de rand van het ijs zocht het zomerse ijssmeltwater zijn weg door zwakke plekken in de stuwwal. Daardoor ontstonden ijssmeltwaterdalen. Het bodemmateriaal dat werd weggespoeld door deze smeltwaterstromen werd aan de buitenzijde (westzijde) als een glooiende smeltwaterwaaier neergelegd (In Nederland ook wel als sandrvlakte aangeduid). Op deze smeltwaterwaaier zijn ook zwerfkeien te vinden die meegespoeld zijn met het smeltwater uit de ijskap. Het smeltwaterdal zelf is in de laatste ijstijd (Weichselien) later weer deels opgevuld met dekzand en afgevlakt door het voorkomen van bodemvloeiingen (in jargon: solifluctie).

Geomorfologie: Het reliëf van de smeltwaterwaaier is deels bepaald door de kleine smeltwaterdalen en deels door het dekzand. Op de smeltwaterafzettingen met dekzanden ten noordoosten van de doorbraak komen verstuivingen voor uit historische tijd.

Hydrologie: De hoge delen van het ijssmeltwaterdal vormen een infiltratiegebied voor hemelwater. Dit inzijgingswater treedt in het lager gelegen buurtschap Darthuizen in een kwelzone naar buiten. Vroeger werd dit (de) Arthese(n) genoemd, naar artesisch (dat wil zeggen onder druk uittredend) grond(bron)water.

Pre- en protohistorisch landschap: De smeltwaterwaaier vormde een geleidelijke overgang van de hoge naar de lage gronden en, naarmate de rivierinvloed toenam, van zand naar kleigronden. Al in de tijd van de jagers-verzamelaars waren dergelijke overgangsgebieden aantrekkelijk vanwege de verschillende soorten voedsel die hier konden worden gevonden. Vanaf het laat-neolithicum bestond een vestigingsvoorkeur voor rijkere zandgronden van de stuwwal (moderpodzolen, waaronder holtpodzolen).  Grafheuvels en sporen van celtic fields op de hoger gelegen gronden getuigen hier nog van. Vanaf de ijzertijd zijn er in de vorm van nederzettingssporen duidelijke aanwijzingen dat men ook op de smeltwaterwaaier ging wonen.

Ontginningen en landgebruik: In de loop van de vroege middeleeuwen ontstond opnieuw een bewoningsvoorkeur voor deze overgangen van droog naar vochtig en nat. De lage broekgebieden gaven mogelijkheden voor grasland en daarmee voor rundvee. Door ontwatering ontstonden ook mogelijkheden voor akkergewassen op vochtige gronden als haver en gerst. Op de zandruggen konden akkers worden aangelegd. De buurtschap Darthuizen is voortgekomen uit deze zogenaamde kampontginningen. Het bos op de overige hogere gronden veranderde onder invloed van beweiding met vee weer in heide of schraalgrasland. De dekzanden aan de hoge kant van de Darthuizerpoort gingen plaatselijk verstuiven.

Bij Darthuizen op de smeltwaterwaaier ontstond een kampontginningenlandschap met akkers op de zandruggen. Lagere zandgronden met kwel of lagere gronden met rivierklei waren geschikt als grasland en op de andere zandgronden lagen droge en natte heidevelden. Rond de kampontginningen lagen veekerende wallen met hakhout en ook op de grenzen van de akkers groeide hakhout (akkermaalshout). De ligging van de zandruggen werd vanaf circa 1500 geaccentueerd doordat, door plaggenbemesting de akkers nog hoger kwamen te liggen en doordat de randen waren beplant met hakhout. Op de hoger gelegen en drogere delen van de smeltwaterafzettingen, noordoostelijk van de stuwwal, maakte het bos in de loop van de middeleeuwen en nieuwe tijd, plaats voor heide. Ook op de stuwwal zelf gebeurde dat. Het diepe smeltwaterdal door de stuwwal was daardoor goed zichtbaar. Het werd in de zeventiende eeuw `’t Gat van den Bergh’ genoemd.

De smeltwaterwaaier waaierde uit tot op de gelegen gronden van het Langbroekgebied. Naar het zuidwesten toe worden de zandgronden natter en nog zuidwestelijker zijn ze bedekt geraakt met een laag rivierklei. Dit natte gebied is vanaf de twaalfde eeuw ontgonnen. De overgang van onregelmatig ingedeelde kampontginningen naar de strookvormige percelering van de lage zand- en rivierkleigronden is goed in het landschap zichtbaar.

De vroegere heidevelden, maar ook een deel van de lagere graslanden en zelfs een deel van de akkers zijn in de loop van de negentiende en twintigste eeuw bebost. Esthetische overwegingen en mogelijkheden voor de jacht voor de bewoner van Broekhuizen speelden hierbij een rol. In de vroegere buurtschap is het landschap nu uitermate bosrijk waarbij enkele akkers nog de ligging van de oude zandruggen verraden.

Nederzettings- en buitenplaatsontwikkeling: De ontginning van het Langbroekgebied leverde veel geld op. Kasteel Broekhuizen werd in de dertiende eeuw waarschijnlijk gebouwd in opdracht van zo’n ontginner. Omdat de grachten van zo’n ridderhofstede verzekerd moesten zijn van water, staat het kasteel aan de lage rand van de smeltwaterwaaier.

In de nieuwe tijd werd de omgeving aantrekkelijk voor de vestiging van buitenplaatsen en landgoederen, die deels zijn voortgekomen uit middeleeuwse ridderhofsteden. Dit vanwege het sterke reliëf, en afwisselende kampenlandschap met veel opgaand groen, en de plaatselijk verre uitzichten over het gebied van Langbroek. Rond 1800 ontwikkelde Broekhuizen zich tot een buitenplaats met een statig neoclassicistisch huis. Het park rond het huis kreeg eerst een zogenaamde ‘formele’ stijl, waarvan nog enkele rechte lanen resteren en werd vervolgens naar landschapsstijl getransformeerd, met bochtige paden, boomgroepen en slingervijvers in de laagte. Achtereenvolgens werkten de landschapsarchitecten J.G. Michael, J.D. Zocher jr. en J.D. Zocher sr. aan het park. Bij de grootse inrichting werd gebruik gemaakt van het aanwezige reliëf. Door de Darthuizerpoort kwam een rechte zichtlaan (Broekhuizerlaan). Op de Donderberg kwam een imposante familiegraftombe met Belvedèretoren en zichtas naar huis Broekhuizen. Vanaf 1818 zorgde de nieuwe straatweg van Utrecht naar Rhenen voor een nieuwe impuls voor de bouw van buitenplaatsen, waaronder het afgesplitste Nieuw Broekhuizen (nu landgoed Dartheide). Iets westelijk van Broekhuizen ligt de buitenplaats Darthuizen.

Waterbeheer: In de laagtes komt kwel tevoorschijn. De vijvers van Broekhuizen worden gevoed door een historische spreng met een sprengkop in iets hoger gelegen gronden. Spreng en sprengkop maken deel uit van de landgoedverfraaiing.

Natuur: Het gebied is nu voor een groot deel in gebruik als bos, dat vaak al meer dan 200 jaar geleden is aangelegd. Een deel van het bos komt voort uit het eikenhakhout op akkerranden en rond oude kampontginningen. De eiken worden wel gekenschetst als autochtoon genetisch materiaal. In sommige eiken is de vroegere hakhoutvorm nog te herkennen. Als struiklaag komt sporkehout en wilde lijsterbes voor. Verder zijn er lianen van wilde kamperfoelie.  In het uiterste zuidwesten is het bos uitermate nat, en als broekbos te karakteriseren.

Ondergrond bepaalt menselijk gebruik

In de Darthuizerpoort komt een groot aantal geologische afzettingen voor met daarin verschillende bodemsoorten en verschillende waterhuishouding. Dat heeft geleid tot verschillende vestigingsmogelijkheden in verschillende perioden van de geschiedenis. In de late middeleeuwen vormde de smeltwaterwaaier, feitelijk een uitgestrekte overgang tussen hoog en laag, een gunstige vestigingsplaats, waardoor de buurtschap Darthuizen kon ontstaan. In de nieuwe tijd was de reliëfrijke omgeving en de mogelijkheid om op lage gronden vijvers aan te leggen en sprengen te graven, de reden om hier een buitenplaats aan te leggen.

Menselijk gebruik vormt landschap

Door landbouw van de middeleeuwen en de nieuwe tijd ontstond ter plekke van de smeltwaterwaaier een afwisselend kampenlandschap. Lager in het landschap lagen ontgonnen broekgebieden met uitgestrekte graslanden en natte bossen en hogerop lagen heideterreinen, plaatselijk met stuifzand. Onder andere door de landgoedeigenaren werd het landschap later weer bosrijker.

Mens en water

De gradiënt van droog naar nat was vanaf de middeleeuwen een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor zowel de landbouw als voor de bouw en aanleg van kastelen en buitenplaatsen.

Zichtbare zaken in het landschap

  • De laagte van de Darthuizerpoort tussen de niet weggespoelde delen van de stuwwal: de Donderberg en de Darthuizerberg.
  • Het deels beboste kampenlandschap, onregelmatig ingedeeld, met kleine hoogteverschillen die de zandruggen aangeven.
  • Akkers op de zandruggen, de randen van akker en zandrug geaccentueerd door houtwallen met hakhout.
  • Buitenplaats met huis en park in de laagte op de rand van de smeltwaterwaaier.
  • Zichtbare gradiënt van droge zandgronden en droog bos met eiken en dennen op de hogere gronden, (plaatselijk met stuifzand) naar nattere gronden en veel water en nat bos met elzen en berken
  • Uitzichten op het open, lager gelegen landschap van Langbroek met strokenverkaveling.
  • Parkelementen op de buitenplaats en ook op enige afstand zoals de graftombe en de laan door de laagte van de Darthuizerpoort.

Perspectief

Het gebied is een van de meest markante ijssmeltwaterdalen van Nederland en de smeltwaterwaaier vormt samen met het kampenlandschap, de buitenplaats, de stuwwal en het langbroekgebied een zeer fraai landschappelijk ensemble. Broekhuizen (waaronder ook een deel van de Donderberg) en Darthuizen zijn rijksbeschermde buitenplaatsen. Meerdere gebouwen zijn rijksmonumenten. Het gebied maakt grotendeels deel uit van Natuurnetwerk Nederland. In het gebied liggen wandel- en fietsroutes.

Bronnen

  • Berendsen, H.J.A. & Bijnen, R.J.P. (1973) - De geologie en geomorfologie van de Darthuizer Poort. Berichten Fys. Geogr. Afd., Geogr. Inst. der R.U. Utrecht, nr. 7, pp. 13-27.
  • Blijdenstijn, R., 2015. Tastbare Tijd 2.0. Cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht.
  • Bronbacher, A.A. & W. Hoogendoorn, 1997. Aardkundige waarden in de provincie Utrecht.
  • Hoogendoorn, W., 2008. Aardkundig excursiepunt 22: Darthuizerpoort. Grondboor & Hamer 62, 120–124.
  • Neefjes, J. & T. Spek, 2014. Van hoog naar laag: dynamiek van het nederzettingspatroon op de Noordwest-Veluwe van de late prehistorie tot de volle middeleeuwen. HGT jrg. 32 nr. 2.
  • Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, Rijksmonumentenregister. Beschrijving Broekhuizen Monumentnummer: 522864 bij Broekhuizerlaan 3 3956 NS te Langbroek, Leersum (https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/522864)
  • Ruegg, G. & A. Burger, A, 1999. De spoorwegafgraving bij Maarn: nieuwe waarnemingen in een oude groeve. Grondboor & Hamer 53, 111–116.
  • Sevink, J., E.A. Koster, B. van Geel & J. Wallinga, 2013. Drift sands, lakes, and soils: the multiphase Holocene history of the Laarder Wasmeren area near Hilversum, the Netherlands. Netherlands Journal of Geosciences, 92-2/3, p. 243-266.
  • Visscher, H.A., z.j., Geopad 71. De beboste Darthuizerberg.
  • Wimmers, W.H. & R.R. van Zweden, 1992. Archeologische en historisch-geografische elementen in een natuurgebied. Antropogene achtergronden van de Gooise natuurgebieden. SC DLO Rapport 143.
  • https://rce.webgispublisher.nl/Viewer.aspx?map=groen%5Ferfgoed (groen erfgoed volgens B. Maes).

Figuur 1. Situatiekaart Darthuizerpoort met hoogtebeeld (bewerkt AHN2) met 1: Smeltwaterdoorbraak Darthuizerpoort, 2: Darthuizerberg, 3: Donderberg met graftombe 4: hoger gelegen smeltwaterafzettingen met daarop dekzand met stuifduintjes 5: smeltwaterwaaier met zandruggen en tussenliggende laagten, oud kampenlandschap 6: buitenplaats Broekhuizen, 7: strookvormige percelen op natte zandgronden en rivierkleigronden, 8: markante akker op zandrug met houtwallen op de randen.

Figuur 2. Smeltwaterdalen in de Utrechtse Heuvelrug. Naar Berendsen & Bijnen 1973                                                                              

Figuur 3. Landgoederenlandschap met akkers op de dekzandruggen, omgeven door bos. Foto Overland 070.

Figuur 4. Kasteel Broekhuizen met omliggend park en vijver. Foto Overland 081.

Figuur 5. Het grafmonument op de Donderberg. Foto Overland 059.

Figuur 6. Uitzicht op de laagte van de Darthuizerpoort met daarachter de Darthuizerberg gezien vanaf het grafmonument. Foto Overland 064.

Figuur 7. Nat bos met veel water op het lage uiteinde van de smeltwaterwaaier. Foto Overland 079.

Figuur 8. Uitzicht vanaf het grafmonument met op de voorgrond de stuwwal (Donderberg) met begraafplaats en op de achtergrond het open landschap van Langbroek. Foto Overland 065.