bijgewerkt 22-12-2021
Geo-hotspot 1 -de Muggenbult
De herhaaldelijke pogingen van de mens om het watersysteem te beïnvloeden en het Naardermeer in te polderen heeft zijn sporen achtergelaten in het huidige landschap. Dat begon feitelijk al met de afdamming van de stroomopwaarts gelegen Kromme Rijn in 1122, daarna met de aanleg van de Broekdijk en Keverdijk en vervolgens de afdamming van de Grote en Kleine Drecht in 1383 en 1389. De verschillende inpolderingspogingen, waarbij ook de bekading (Meerdijk) werd aangelegd, hadden directe invloed op de omgeving van de Muggenbult. Bij dit uitzichtpunt is verder de invloed van de aanleg van de spoorlijn ook evident, die, zoals we zagen, om militaire redenen dwars over het meer loopt. zie verder ...
Geo-hotspot 2 - de Machine
In het kader van de drooglegging van 1883 heeft men aan de noordoostzijde van het meer, op de Meerkade, een stoomgemaal gebouwd om het meer droog te malen. Dit gemaal stond aan de lage noordzijde van het meer, in welke richting het water het eenvoudigst weg te pompen was. Door een sloot, die de Keverdijk doorsneed, werd dit gemaal aangesloten op de Naardertrekvaart. Inzoomend op het gemaal valt op dat het gemaal zelf wel bewaard is gebleven, maar de afvoersloot naar de Naardertrekvaart niet. De aanvoer aan de meerzijde is nog wel deels aanwezig. De Machine speelt daarmee een belangrijke rol in de waterbeheersing van het gebied vanaf 1883.
zie verder ...
Geo-Hotspot 3 - Meerkade
De natuurlijke grenzen van het Naardermeer, door winderosie ontstaan en naar het zuiden toe relatief stabiel door de ondiepe zandondergrond aldaar, bepaalden in 1623 uiteindelijk het verloop van de Meerkade. In het zuiden werd de Meerkade langs de Hilversumse Meent gelegd. Het tracé van de Meerkade vormde vervolgens in de daaropvolgende eeuwen het kader waarbinnen inpolderingen plaatsvonden, buiten de separate ontginningen die al vanaf 1614 in het Naardens deel hadden plaatsgevonden. Ten aanzien van de Meerkade is vooral de waterkerende functie van de kade als onderdeel van een vroeg-zeventiende-eeuwse poging tot inpoldering van belang. In de daaropvolgende eeuwen heeft men steeds deze kade hergebruikt bij nieuwe pogingen. Tevens legde de aanleg van deze kade de contouren van het Naardermeer vast. zie verder ...
Geo-hotspot 4 - Fort Hinderdam en Vechtoeverwallen
De situering van de Hinderdam was vooral een politiek-bestuurlijke keuze, namelijk in het noordelijkste deel van het bisschoppelijke territorium, om een landschappelijk probleem op te lossen. Het ging hier om de invloed van de Zuiderzee op de waterstanden in de Vecht. Hoog tij in de zee leidde regelmatig tot opstuwing van het rivierwater, waardoor overstromingen konden plaatsvinden. Bovenstrooms van de Hinderdam was dit vanaf 1437 niet meer mogelijk. Ook kreeg deze omgeving een rol in de landsverdediging door de aanleg van de schans in 1629. Deze schans werd later vervangen door een gelijknamig fort. zie verder ...
Geo-hotspot 5 - Aetsveldsepolder
Het heeft er alle schijn van dat men dit gebied, waar nog vrij lang klei is afgezet, in tegenstelling tot andere veengebieden relatief vroeg heeft ontgonnen. Dat vroege moment, vóór de invoering van het systeem van copen (gereguleerde ontginningen), heeft ervoor gezorgd dat de ontginningsstructuur betrekkelijk onregelmatig geworden is. Ondanks de ligging van enkele akkerbouwpercelen in de polder overweegt graslandgebruik nog zeer sterk. Het water speelt in deze polder vooral een rol in de zin van de ontwatering, maar ook logistiek en militair diende het water een doel. zie verder ...
Geo-hotspot 8 - Muiderberg, stormrug
Stormruggen zijn langgerekte ruggen die parallel aan de kust door golven werden opgeworpen uit van het klif geërodeerd materiaal. Ze zijn daarmee dus nooit hoger dan de maximale hoogte van de stormvloedstand. In Muiderberg zit de stormrug, die na 1350 ontstaan moet zijn, vast aan een kaap, waardoor sprake is van een haakwal. De stormrug is hier zo’n 500 meter lang en 10-20 meter breed. De aantrekkelijkheid van de plek – hooggelegen, maar dicht bij het water – zorgde ervoor dat in het Interbellum hier de eerste bebouwing verrees.
zie verder ...
Geo-hotspot 9 - Muiderberg - Klifkust
Het grondgebruik is in Muiderberg heel expliciet verbonden met de ondergrond. Op twee van de drie hoogtes liggen begraafplaatsen, die omwille van een goede decompositie van de lichamen om relatief lage grondwaterstanden en een zandige bodem vragen. Op de derde kop staat de oude kerk met een omliggend kerkhof. De aanleg van de eerste begraafplaats, naast die bij de kerk, was zelfs ook indirect een gevolg van de ondergrond: de schepen die voor zandafvoer naar Amsterdam voeren, konden zo op de terugweg overledenen meebrengen. zie verder ...
Geo-hotspot 10 - Muiden, Muiderslot
De ligging van het Muiderslot is zowel bepaald door de ondergrond, aan de monding van de Vecht op oeverafzettingen daarvan, als door bestuurlijke grenzen, aan de oever van Holland. Vanaf de zeventiende eeuw zou de ligging aan het noordelijke uiteinde van de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie vooral bepaald worden door de geografische ligging ten opzichte van de belangrijke steden van West-Nederland als door de ligging in inundeerbaar gebied. Die inundatie was alleen mogelijk geworden doordat de mens gezorgd had voor daling van het maaiveld van het veenpakket. zie verder ...
Geo-hotspot 11 - Muiden, Zeesluizen
De situering van de sluis is volledig bepaald door het verloop van de Vecht en de afdammende rol daarvan in het systeem van waterbeheersing (onderhoud van de Vechtdijken, tegenhouden van Zuiderzeewater) en watervoorziening (zoetwatervoorziening). De sluis zelf functioneerde vervolgens vooral voor het verkeer over de Vecht (logistieke functie). Een gemaal bij de sluis zorgde korte tijd voor het machinaal bemalen van het gebied achter de sluis, omdat het water van de Zuiderzee te hoog stond. Tevens had de zeesluis een rol binnen de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie, met het oog op de inundaties. Dat alles maakt dat de door de mens gemaakte sluis een meerledige relatie met het water van de Vecht en de Zuiderzee heeft. zie verder ...
Geo-hotspot 14 - Ankeveen, zandopduiking bij kerk
Aan de afbuigende sloten herkennen we nog, dat er in de ondergrond rond de hervormde kerk iets bijzonders speelt. Hier steekt een zandkop boven het veen uit, net zoals overigens op geringe afstand oostelijk van deze plek. Op deze natuurlijke hoogte bouwde men in of vóór de zestiende eeuw de kerk van Ankeveen. Die gegevenheid bepaalde ook, dat men bij de ontwatering niet simpelweg de rechte sloten door kon trekken: men moest er met een boog omheen. Tegelijk was een dergelijke hoge droge zandige plek de beste bouwplaats voor een groot gebouw als een kerk én voor de omliggende begraafplaats. We herkennen nog de gebogen sloten die de hoogte omgaven.
zie verder ...
Geo-hotspot 15 - Ankeveen, veenlandschap
Oorzaak en gevolg gaan bij de vervening hand in hand. Als gevolg van het aanwezige veen koos de mens een verveningswijze, die ertoe leidde dat in de zones waar een dik veenpakket aanwezig was en dus veel verveend werd, grote veenplassen ontstonden. Anders dan de Loosdrechtse Plassen was het water hier te ondiep om tot grootschalige winderosie te leiden, zodat de legakkers niet afkalfden. Ook het Bergse Pad, vanouds vermoedelijk een (jaag?)pad langs de Ankeveensche Vaart, is gespaard gebleven. Deze vaart werd in 1640 aangelegd als verbinding tussen de ’s-Gravelandse Vaart en de Vecht. zie verder ...
Geo-hotspot 16 - Ankeveen, Hollands End
Hollands Ankeveen verschilt in een aantal opzichten van Stichts Ankeveen, en die verschillen gaan grotendeels terug op de landschappelijke ondergrond. Doordat Hollands Ankeveen in het Weesperkarspel werd opgenomen en er bovendien in Stichts Ankeveen een ideale locatie was, verrees in Hollands Ankeveen nooit een eigen kerk. Ten aanzien van de vervening valt op, dat er een grote gebogen onderbreking in de veenplas aan de westzijde ligt. Hier stak een grote zandrug door het veen, waarop ook de monumentale boerderij Ingelenburg werd gebouwd. Bij die boerderij is de hoge ligging ten opzichte van de directe omgeving nog altijd waarneembaar. zie verder ...
Geo-hotspot 36 - Loosdrecht, de Straal of Ster
In een relatief vochtige context als de venen van West-Nederland is de wisselwerking tussen de ondergrond en menselijk gebruik enorm. De randen van een veenriviertje werden gekozen als ontginningsbasis, als vertrekpunt, voor de ontginningen van Loosdrecht. Van daaruit ontwaterde men geleidelijk de venen, waarbij sloten steeds verder de venen en uiteindelijk de aangrenzende zandgronden in werden gegraven. De ontginning van de Loosdrechtse venen werd uitgevoerd vanuit de Drecht, haaks op de ontginningen vanaf de Vecht. De afsluitende ontginningsfase van Loosdrecht was de waaier- of stervormige afronding aan de oostzijde, tegen het Gooi. Daarvandaan komt ook de benaming ‘De Ster’ of 'de Straal'. Bij de huidige Rading bereikte men de grens van het veen. zie verder ...
Geo-hotspot 42 - Loosdrecht, de Plassen
De aanwezigheid van een dik veenpakket in de ondergrond leidde tot de ontginning voor agrarisch gebruik in de volle middeleeuwen. Toen het maaiveld daalde en landbouwkundig gebruik steeds gecompliceerder was, begon men turf te steken. Mogelijk was het algemeen verdwijnen van houtopstanden daarvan mede de oorzaak. Naarmate het oppervlakkige veen steeds meer verdwenen was, werden de Loosdrechters gedwongen om het veen op te baggeren. In de daaropvolgende eeuwen hebben de inwoners van Loosdrecht steeds hun gebruik van het gebied aangepast aan de, veelal door henzelf gecreëerde, omstandigheden. zie verder ...
Geo-hotspot 43 - Angstel e.o.
De Aa-Angstel rivier is onderdeel van het Vecht-Angstel stroomstelsel van de Rijn bij Utrecht. De rivier stond tot ca. 250 jaar BC via enkele aftakkingen in verbinding met de Amstel en daarmee met het Oer-IJ dat bij Castricum in de Noordzee uitmondde. Na 250 BC waterde het Oer-IJ af naar het Flevomeer. Na de afdamming in 1122 van de aanvoerrivier de Kromme Rijn was het ook gemakkelijker rond 1275 de Amstel bij het IJ af te dammen. Daardoor werd de Amstel een volledig gereguleerde (veen)rivier. Datzelfde gold voor de Aa-Angstel die via Het Gein bij Driemond en Weesp een verbinding heeft met de Utrechtse Vecht. zie verder...
Geo-hotspot44 - Utrechtse Vecht e.o.
Na de laatste ijstijd ontstond in het veengebied op het pleistocene dekzand het Vecht-Angstel stroomstelsel. Dat voerde water af uit het veen, kwelwater uit de heuvelrug en overstromingswater van de Kromme Rijn. Geleidelijk aan stroomde bij Utrecht steeds meer Rijnwater naar het noorden gebruik makend van al bestaande veenstroompjes en ontstond de Vecht. Na de afdamming van de Kromme Rijn in 1122 was het mogelijk de waterstand van het stroomstelsel te reguleren met behulp van dijken (Hinderdam1236), watergangen, sluizen (Vechtsluizen Breukelen, in 1437 verplaatst naar Hinderdam), windmolens en gemalen. zie verder ...