Bekijk eerst eens dit introductiefilmpje, gemaakt door onze Geo-cineast Marcel Creemers.
Waar
Het Grebbeberggebied ligt aan het zuid-oostelijke einde van de Utrechtse Heuvelrug.
bron: © RAAP/Overland
De Grebbeberg (historisch de Heimenberg) is het abrupte einde van de Utrechtse Heuvelrug en de stuwwal van Rhenen. De berg heeft steile, 50 meter hoge hellingen. Boven deze hellingen zijn prachtige uitzichten mogelijk over de uiterwaarden en de Betuwe. De hellingen zijn zo steil doordat ze door het stromende water van de Rijn zijn ondermijnd. Was de Rijn er niet geweest dan had de Grebbeberg doorgelopen tot in de Betuwe en was daar verbonden geweest met de stuwwal van de Veluwe . Dankzij de strategische ligging van de Grebbeberg zijn op en rond de berg militaire versterkingen te zien uit allerlei perioden van onze geschiedenis.
Figuur 1. Situatiekaart Grebbeberg met hoogtebeeld (bewerkt AHN2). 1: Zwitserse Vallei, 2: Eng op de Laarsenberg, 3: Cuneraweg met bewoning vanaf de middeleeuwen, 4 Ringwalburcht, 5 Grebbesluis met hoornwerk, 6 uiterwaardengebied Blauwe Kamer,
7: Erebegraafplaats, 8: zandgroeven, 9: Dierenpark Ouwehands.
Vorming van de stuwwal
De stuwwal bij Rhenen is gevormd in de voorlaatste ijstijd (het Saalien). In de Scandinavische bergen smolt de sneeuw in de zomer nog nauwelijks waardoor een landijskap ontstond die zich uitbreidde tot in Midden-Nederland. Het front van de landijskap lag op de plek van wat nu de Gelderse Vallei is. Deze ijskap duwde eerder afgezette rivierafzettingen (grind, zand, klei) voor zich uit en omhoog. De bovenkant van de Grebbeberg is uitermate vlak. Waarschijnlijk komt dat doordat er een fase is geweest waarbij de ijskap over de al gevormde stuwwal is geschoven.
Figuur 2. Schematisch kaartje van de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe en Nijmegen-Kleef die ooit één geheel vormden. 1: vroeger front landijskap, 2: stuwwallen (bestaand of verdwenen), 3: niet bereikt door het landijs.
Bron: bewerkt hoogtebeeld (AHN-viewer) en gegevens Geologie van Nederland.
Erosie door de rivier en door regenwater
Oorspronkelijk liep de stuwwal verder door naar het zuiden en vormde hij één geheel met de stuwwallen van de Veluwe en die van Nijmegen-Kleef. Het stromende water van de Rijn heeft deze stuwwallen in de duizenden jaren die volgden weggesleten. Zo ontstond ook de steile zuidhelling van de Grebbeberg.
In die steile hellingen zijn door regenwater na de ijstijd enkele dalen uitgesleten. In deze dalletjes in de Zuidhelling liggen nu de trappen waarmee de Grebbeberg kan worden beklommen. Iets noordelijker ligt de zeer uitgestrekte en diepe ‘Zwitserse Vallei’, die mogelijk ook door het winnen van zand en leem kan zijn uitgediept.
Figuur 3. Prentbriefkaart naar foto van de Zwitserse Vallei, van omstreeks 1905. De Grebbeberg trok vanwege het bijzondere landschap al rond 1900 vele toeristen, getuige de vele ansichten uit die tijd. Uit deze en andere ansichten blijkt dat de hellingen van de Zwitserse Vallei toen al waren begroeid met bomen, mogelijk deels de jonge versies van de nu volwassen beuken. Op de bodem van de laagte lag een half verhard pad. Beeldbank Utrechts Archief, cat. nr. 12134.
Vroege bewoning
Het is denkbaar dat de Grebbeberg al in de prehistorie, vanaf ongeveer 2800 voor Christus, bewoond was. Er zijn resten van grafheuvels gevonden uit deze tijd. In de middeleeuwen werden de glooiende randen van de Utrechtse Heuvelrug de favoriete woonplek. Boeren gingen op de overgang van droog naar nat wonen. De noordkant van de Grebbeberg, die bekend staat als Laarsenberg, had zo’n uitgebreide glooiende overgangszone. Daarom ontstonden daar dorpen en gehuchten als Achterberg en Laareind. De Laarsenberg wordt nu voor een groot deel ingenomen door glooiende akkers.
Op de steile hellingen van de Grebbeberg gingen hoge gronden abrupt over in rivierkleigronden. Daar bestond een dergelijke geleidelijke overgang niet, zodat hier geen nederzettingen ontstonden. Vanaf de middeleeuwen gebruikten de boeren het bos op de Grebbeberg om vee te weiden of plaggen te steken. Daardoor verdween het bos en maakte plaats voor heide. Al in de eerste helft van de negentiende eeuw werd een groot deel van deze heide bebost met eikenhakhout. Het bos dat nu op de Grebbeberg zichtbaar is, bestaat uit grillige eiken die voortkomen uit het hakhout.
Figuur 4. Uit hakhout voortgekomen grillige eiken op de helling van de Grebbeberg. Foto overland 031.
Zand- leem en grindwinning
In de gestuwde rivierzanden van de Grebbeberg dagzoomden ook leem- en grindhoudende lagen. Enkele kuilen kunnen zijn ontstaan door de winning van deze materialen. De zogenaamde Zwitserse Vallei kan behalve als droogdal ook (deels) als winningskuil zijn ontstaan.
Figuur 5. De Zwitserse Vallei. Foto Overland 041.
Uit de relatief steile wand van de Grebbeberg kon gemakkelijk zand worden weggegraven. Al in de achttiende eeuw werd er zand uit de oostelijke helling gewonnen voor de aanleg van de bastions. Vanaf circa 1900 gebeurde dat in de zuidelijke helling voor de fabricage van kalkzandsteen. Vanaf de jaren ’70 werd ook onder de grondwaterspiegel zand gewonnen. Dicht bij de brug over de Rijn ligt in de zuidhelling nu een grote ontzanding met een diepe plas er in, die bekend staat als het ‘Grindgat’. Op de oostelijke helling getuigen enkele happen uit de berg van kleinschaligere twintigste-eeuwse zandwinning.
De militaire betekenis
Al in de vroege middeleeuwen was de Grebbeberg van grote strategische betekenis. De berg overzag de Rijn en lag op de route tussen de bisschopssteden Utrecht en Keulen. In de zevende eeuw werd op de rand van de berg een halvemaanvormige walburcht gebouwd. Het was in roerige tijd waarbij Franken en Friezen om de macht in Midden-Nederland streden. Mogelijk heeft een van deze partijen de walburcht aangelegd. De walburcht is nog zichtbaar als een hoge aarden wal, omgeven door droge grachten en een krans van lagere wallen.
Het strategisch belang nam nog toe toen vanaf het midden van de achttiende eeuw de Grebbelinie werd aangelegd. Door land in de Gelderse Vallei onder water te zetten, moest de Grebbelinie West-Nederland beschermen tegen aanvallen vanuit het oosten. De oeverwal van de Rijn tussen Wageningen en de Grebbeberg kon niet worden geïnundeerd en was dus een doorgangsroute, een zogenaamd ‘acces’. Om de gebieden meer noordelijk te kunnen inunderen moest inundatiewater kunnen worden aangevoerd dat vanuit de Rijn werd ingelaten met de Grebbesluis, direct onder de Grebbeberg. Zowel deze sluis als de doorgangsroute moesten worden verdedigd. Dat gebeurde met een serie bastions tussen Grebbeberg en uiterwaarden en een zogenaamd hoornwerk bij de Grebbesluis.
De Duitsers kozen de route over de Rijnoeverwal en de Grebbeberg bij hun inval in Nederland in de meidagen van 1940. De driedaagse Slag om de Grebbeberg vond toen plaats. Voorbereidend op die aanval had het Nederlandse leger op de berg en het hoornwerk al versterkingen aangelegd. Bij de slag lieten 420 Nederlandse en zo'n 250 Duitse militairen het leven. De militaire erebegraafplaats, betonnen (resten van) bunkers en resten van loopgraven getuigen nog van de slag.
Landgoederen en lanen
Al in 1832, mogelijk al veel vroeger, was de heide op de Grebbeberg in bezit van particulieren. Zij namen het initiatief voor de bebossing van de heide in de loop van de negentiende en twintigste eeuw. Belangrijk was de buitenplaats Heimerstein. De bewoner, Constantin Baron Von Knobelsdorf, breidde in 1845 zijn bezit uit op de Laarsenberg en Grebbeberg. Hij legde talrijke lanen aan (met o.a. linde en beuk), waarvan er nog enkele te zien zijn. Op de walburcht liet hij in 1845 een kasteelachtige woning bouwen. Later werd het een boswachterswoning, nu heeft het weer het aanzien van een kasteelruïne.
Figuur 6. De folly op een van de uiteinden van de walburcht. Foto Overland 034.
Toerisme
Het sterke reliëf, de uitzichten en de bossen waren al in de negentiende eeuw publiekstrekkers. Mogelijk waren de vele bezoekers ook een reden dat op de berg vanaf 1919 Ouwehands Dierenpark zich kon ontwikkelen.
Figuur 7. Uitzicht vanaf de Grebbeberg op de uiterwaarden bij hoogwater. In de laagte op de voorgrond een van de bastions.
Foto Overland 035.
Natuur
De bossen van de Grebbeberg worden nu als natuurgebied beheerd door Utrechts Landschap en vormen één geheel met de gebieden Laarsenberg en het uiterwaardengebied Blauwe Kamer. Dankzij de vele gradiënten en overgangen op een klein oppervlak is de natuur hier zeer divers. De Grebbeberg kent een rijke oud bosflora, met o.a. dalkruid en salomonszegel. Vanwege de zuidelijke expositie van de hellingen, ook in de groeve Vogelenzang, komen hier veel warmteminnende planten voor. Het struweel aan de voet van de Grebbeberg is rijk ontwikkeld, met o.a. besanjelier, heggerank en hop.
Opgesomd: wat herkennen we?
- De steile hellingen van de Grebbeberg en uitzicht over de rivier, waarvan het stromende water de steile hellingen heeft gevormd.
- De glooiende Laarsenberg met akkers en uitzicht op de Gelderse Vallei en de stuwwallen van de Veluwe.
- De Grebbesluis, het hoornwerk, zichtbaar vanaf de Grebbeberg
- De militaire begraafplaats en resten van bunkers (kazematten) en loopgraven.
- Grillige eiken, zichtbaar voortgekomen uit hakhout
- De grote groeve het grindgat en de kleinere op het westelijke uiteinde van de Grebbeberg
- De Zwitserse Vallei begroeid met opgaande beuken
De Grebbeberg is een schoolvoorbeeld van een stuwwal met een steile helling. Het laat duidelijk de verschillende fases van de vorming van het landschap zien.
Ja. De Grebbeberg is uniek. De steil oprijzende helling van de Utrechtse Heuvelrug vormt een groot contrast met het dal van de Rijn. De Utrechtse Heuvelrug is gevormd tijdens de ijstijd en is later door de rivier van vorm veranderd. Als gevolg van de erosieve werking van het riviersysteem van de Rijn is de oorspronkelijke verbinding tussen de Utrechtse Heuvelrug en de stuwwal van Ede-Wageningen verbroken. De steile helling van de Grebbeberg is het zichtbare resultaat van dit proces. De Grebbeberg kent met name aan de rivierzijde steile tot zeer steile hellingen, wat voor Nederland bijzondere milieuomstandigheden met zich meebrengt. Daartoe behoort erosie en een extra warm microklimaat vanwege de ligging op het zuiden. Hierdoor komt plaatselijk een bijzondere flora voor.
Het gearceerde gebied geniet provinciale bescherming.
Onderaan de Grebbeberg heeft de provincie Utrecht een informatiepaneel geplaatst, waarop uit de doeken gedaan wordt hoe de Grebbeberg is ontstaan.
Bovenop de Grebbeberg ligt o.a. het Militair Ereveld.
Verbonden gebieden
Blauwe Kamer
In natuurgebied de Blauwe Kamer heeft het water van de Nederrijn vrij spel. De zomerdijk is in 1992 afgegraven, zodat het gebied regelmatig overstroomt. De natuur in de Blauwe Kamer is dankzij de overstromingen voortdurend in beweging en ontwikkeling.
De dynamiek van de rivier zorgt voor hoogteverschillen en trekt bijzondere planten en dieren aan. Bloemrijke vegetaties geven de Blauwe Kamer kleur. Op diverse plaatsen groeit wilgenbos en zijn moerassen ontstaan. Een van de wilgenbossen herbergt een grote kolonie lepelaars, een van de ruim 70 soorten broedvogels die het gebied rijk is. De flora is rijk en bestaat soms uit soorten die voorheen niet uit het riviergebied bekend waren, zoals het fraai duizendguldenkruid. Ook de bever voelt zich in de Blauwe Kamer thuis.
Voor vogelliefhebbers is de Blauwe Kamer een waar paradijs. De vogelkijkhut biedt uitzicht over het vogelrustgebied. Regelmatig laten lepelaars, zilverreigers en aalscholvers zich zien. Wie geluk heeft, kan zelfs een visarend voor de lens krijgen. Zie verder ...
Aanvullende interessante publicaties
- wandeling - Geopad 090-Grebbeberg, 5,3 km
- wandeling - Geopad 089-de Laarsenberg, 6,4 km
- fietstocht - van Grebbelinie naar Pantherstellung, 54,4 km, Fietsen123